Knopen
Platte knoop
Gebruik: De platte knoop wordt gebruikt om twee touwen van gelijke dikte met elkaar te verbinden.Werkwijze: Als de twee uiteinden van het touw niet langs dezelfde kant liggen, heb je een „oude wijvenknoop” gelegd. Deze knoop zal niet houden en is bovendien moeilijk los te maken als er spanning op staat.


Voordelen: De knoop is klein en plat, gemakkelijk te leggen en weer los te maken.
Nadelen: Als er veel kracht op de touwen komt is de knoop minder betrouwbaar. Bovendien kun je hem ook niet gebruiken bij gladde kunstvezellijnen (bv. nylontouw): de knoop zal dan slippen.
Achtknoop
Gebruik: de achtsteek dient om een verdikking in het uiteinde van een touw te maken. Hij wordt gebruikt om het uitrafelen van een touw te voorkomen.
Voordeel: In vergelijking met een gewone knoop is de verdikking in het touw dikker en makkelijker los te maken.
Schootsteek (of weversknoop)
Gebruik: De schootsteek wordt gebruikt om twee touwen van ongelijke dikte met elkaar te verbinden, maar ook bij touwen van gelijke dikte kan hij geschikter zijn dan een platte knoop (bv. bij het aan elkaar knopen van touwen van verschillende materialen of bij natte en bevroren touwen). Let op dat je met het dunne touw het kruis maakt,anders komt de knoop zeker los.Werkwijze:



Voordelen: de schootsteek is gemakkelijk te leggen, verbruikt niet te veel touw en is gemakkelijk los te maken. Indien de spanning erop niet te wisselend is zal hij niet loskomen.
Timmermanssteek
Gebruik: de timmermanssteek is een zeer eenvoudige manier om een schuivende lus rond een voorwerp of een paal aan te leggen. Hij kan bv gebruikt worden als begin van een sjorring of voor het slepen of hijsen van palen.Werkwijze:

Mastworp
Gebruik: de mastworp wordt gebruikt om een touw aan een paal vast te maken (bv bij het begin van een sjorring).Werkwijze: de mastworp kan op verschillende manieren gelegd worden, naargelang de top van de paal al dan niet vrij is.

Kruissjorring
De kruissjorring wordt veel toegepast. Een kruissjorring wordt gebruikt om twee palen aan elkaar vast te maken die niet meer van stand hoeven te veranderen. Je kunt deze sjorring ook gebruiken, als de palen niet loodrecht op elkaar staan. De kruissjorring is uitstekend geschikt voor het maken van dwarsverbindingen en kan veel kracht verwerken, als hij tenminste goed wordt uitgevoerd.Je begint de kruissjorring met een mastworp of een timmermanssteek op de vaste balk.
Je slaat het touw om de palen. Bij de horizontale balk komen de slagen binnen elkaar en bij de verticale paal buiten elkaar te liggen.

Doe dit tot 5 keer. Trek steeds strak aan en behoudt spanning.
Daarna ga je ‘woelen’. Je slaat het touw tussen de palen door om de slagen heen. Deze woelingen trek je zeer strak aan. Je maakt 3 of 4 woelingen afhankelijk van hoeveel ruimte er is. De woelingen moeten netjes naast elkaar liggen en dus niet elkaar afknellen.

Je eindigt met een mastworp op de ‘losse’ balk, om je spanning hierbij niet te verliezen leg je eerste een halve steek (zoals in de tekening). Die houdt de spanning lang genoeg om je mastworp te leggen. Je kunt ook iemand vragen om met de duim de spanning even te houden.
